De bonte knaagkever wordt in het Engels death watch beetle en in het Duits Totenuh genoemd. Deze benaming komt uit de scheepvaart: als men dit diertje aantrof, wist men dat het hout van het schip tot in de kern rot en het schip verloren was.
Zoals alle klopkevers tikt de bonte knaagkever met het verharde halsschild en kop tegen het hout om de andere sekse te lokken. Vroeger dacht men uit bijgeloof dat dit kloppen een teken was dat het laatste uur had geslagen en men spoedig zou sterven. Hierdoor worden sommige klopkevers, zoals de gewone houtwormkever, ook wel doodskloppertje genoemd.
Een vervelende eigenschap is dat de bonte knaagkever, in de kern van een balk zogenaamde kraamkamers maakt waarin hij zijn volledige levenscyclus kan voltooien. Zo kan het voorkomen dat aan de buitenzijde van een balk geen uitvlieg-openingen te zien zijn, terwijl de balk van binnenuit wordt opgevreten. De bonte knaagkever tast hout dan zodanig aan dat het zijn sterkte verliest. De larve is wit van kleur, heeft een C-vormig gekromd lichaam en kan maximaal 11 millimeter lang worden.
Vandaag de dag zijn er weldegelijk maatregelen nemen tegen de bonte knaagkever. Snelheid en kundigheid in handelen is een vereiste. De ‘gewone’ houtwormen eten vooral het spinthout, maar deze knaagkever eet meestal de kern van eikenhout. Ze kunnen dan ook ernstige constructieve schade veroorzaken. (Rijks)monumenten zoals molens, grachtpanden en kerken vallen voornamelijk ten prooi. Historische panden hebben vaker last van vocht en schimmel en zitten vol met eikenhout.
Door middel van proefboringen in balkopleggingen of ander constructiehout wordt de reststerkte van het hout beoordeeld. De beste manier om uw historische houtconstructies tegen ernstige aantasting te behoeden, is regelmatig onderhoud.
Bij herstel gaat het om goed vakmanschap.